Vraag over het gebruik
Andere vraag

Interesse?

Wenst u meer nieuws, praktische informatie en wetgeving over welzijn op het werk, milieu en arbeidsgeneeskunde?

Grondwatertrein definitief goedgekeurd

Nieuws - 01/07/2024
-
Auteur(s): 
Johan Ceenaeme


Op 21 juni 2024 keurde de Vlaamse regering de Grondwatertrein definitief goed. Het wijzigingsbesluit heeft als doel het beheer van het grondwater te verbeteren. De wijzigingen hebben betrekking op thema’s zoals grondwaterwinning (waaronder bemaling en drainage), circulair watergebruik, droogleggingsprojecten, … Dit artikel brengt een opsomming van de enkele belangrijke bepalingen die een later stadium meer in detail worden toegelicht.

De Grondwatertrein of voluit: ‘Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, het VLAREL van 19 november 2010 en het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, wat de waterregelgeving betreft’ is definitief goedgekeurd door de Vlaamse regering.

Ten eerste zijn er de wijzigingen aan VLAREM II. Het gaat hier o.m. over het volgende:

  • aanpassingen aan de sectorale voorwaarden in verband met debietsmeting voor opgepompt grondwater;
  • algemener formuleren van de sectorale voorwaarde in verband met het aanleveren van resultaten van gewonnen volumes, peilmetingen en analyses bij grondwaterwinningen;
  • aanpassen van de voorwaarden voor grondwaterwinningen en boringen;
  • aanpassen van het toepassingsgebied van afdeling 5.53.4 “Grondwaterwinningen waarvan het vergunde volume meer dan 30.000 kubieke meter per jaar bedraagt”;
  • invoeren van de verplichting tot periodiek onderhoud en nazicht van vergunde grondwaterwinningen van rubriek 53.8, inclusief enkele uitzonderingen;
  • toevoegen van voorwaarden inzake debietmeting en registratie voor niet-ingedeelde grondwaterwinningen;
  • invoegen van sectorale milieuvoorwaarden voor proefpompingen, proefbemalingen en voor winningen voor huishoudelijke doeleinden;
  • opnemen van nieuwe milieuvoorwaarden voor de lozing van bemalingswater. Bemalingswater wordt niet langer aanzien als bedrijfsafvalwater, maar als een apart type afvalwater en de milieuvoorwaarden voor de lozing ervan werden hierop afgestemd;
  • grondig herzien van de voorwaarden voor tijdelijke en permanente bemalingen;
  • verduidelijken van de voorwaarden voor niet-ingedeelde lozingen van bemalingswater en het invoegen van voorwaarden voor niet-ingedeelde bemalingen;
  • aanpassen van de voorwaarden voor lozingen in grondwater;
  • aanpassen van de voorwaarden voor kunstmatige aanvulling van grondwater in functie van het stimuleren van circulair watergebruik;
  • nieuwe onderafdeling met specifieke voorwaarden voor draineringen, inclusief het verplichten van de mogelijkheid tot peilsturing in bepaalde gebieden.

Ten tweede zijn er aanpassingen aan de indelingslijst, zoals opgenomen in bijlage 1 van VLAREM II. Dit betreft o.m.:

  • aanpassen van de rubriek 3 “afvalwater en koelwater” o.m. voor het lozen van bemalingswater en het invoegen van een nieuwe subrubriek voor het lozen van bemalingswater
  • aanpassen van de rubriek 52 “lozingen in grondwater” en zijn subrubrieken, o.m. inzake het niet-indelen van lozingen van huishoudelijk afvalwater buiten de beschermingszone en afstemming op de waterhergebruikslicentie;
  • aanpassen van de rubriek 53.2 “Bemalingen die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen”: schrappen van de indeling op basis van de bestemming van het gebied, de indeling wordt gebaseerd op basis van het debiet per ingedeelde inrichting of activiteit en niet langer op jaardebiet, aanpassen van de indelingsdrempels en klasse-indeling, en aanpassen van de rubrieksomschrijving inzake het weer in de ondergrond brengen van het bemalingswater;
  • aanpassen van de rubriek 53.3 “draineringen”: verduidelijken en aanpassen van de rubrieksomschrijving met inbegrip van het vervatten van de lozing en herinfiltratie van het drainagewater in deze rubriek, en verstrengen van de klasse-indeling voor bepaalde draineringen in of nabij gebieden waar deze een impact kunnen hebben op de natuurwaarden en voor draineringen over grote aaneensluitende gebieden;
  • aanpassen van de rubrieken 53.4 en 53.5, die bemalingen met een permanent karakter omvatten: samenvoegen van de rubrieken, verduidelijken en aanpassingen van de rubrieksomschrijving met inbegrip van het vervatten van het gebruik van een bepaalde hoeveelheid bemalingswater in deze rubriek en het opnieuw in de ondergrond brengen van bemalingswater, en aanpassen van de indelingsdrempels met enerzijds een gedeeltelijke verstrenging van de klasse-indeling tot gevolg en anderzijds een onderdrempel voor indeling voor bepaalde bemalingen;
  • grondig herzien van de rubriek 54 “kunstmatige aanvullen van het grondwater” in het kader van circulair watergebruik;
  • verduidelijken van rubriek 60 “Geheel of gedeeltelijk opvullen van groeven, graverijen, uitgravingen en andere putten, met inbegrip van waterplassen en vijvers”.

Ten derde zijn er enkele aanpassingen aan andere bijlagen van VLAREM II. Die hebben o.m. betrekking op het aanpassen van de kaart met dieptecriteria voor rubriek 53.8 “andere boringen van grondwaterwinningsputten en grondwaterwinning” door de ligging in of nabij VEN-gebieden mee in rekening te brengen en het toevoegen van een kaart met dieptecriteria voor rubriek 53.6 “boren van grondwaterwinningsputten en grondwaterwinningen die gebruikt worden voor thermische energieopslag in watervoerende lagen”.

Ten vierde volgen er aanpassingen van het VLAREL met o.m. het verduidelijken en aanpassen van de omschrijving van de disciplines van de erkende boorbedrijven en het aanvullen van de gebruikseisen voor erkende boorbedrijven met de verplichting tot het melden van de installatie en ontmanteling van een bemaling met tijdelijk karakter.

Ten slotte grijpt dit besluit ook nog in op het Omgevingsvergunningenbesluit door het introduceren van generieke principes rond de maximale geldigheidsduur van de omgevingsvergunning voor grondwaterwinningen, met name max. 5 jaar voor bemalingen met een tijdelijk karakter en 20 jaar voor bemalingen met een permanent karakter en “klassieke” grondwaterwinningen.

Inwerkingtreding en overgangsmaatregelen

De Grondwatertrein treedt in werking tien dagen nadat het besluit in het Belgisch Staatsblad is gepubliceerd. Uitzonderingen hierop zijn:

  • de artikelen vermeld in artikel 65 van de Grondwatertrein. Deze treden in werking op een nog te bepalen datum, binnen het jaar na publicatie van de grondwatertrein in het Belgisch Staatsblad. Zo zullen alle aanpassingen van de rubrieken van de indelingslijst, en alle algemene en sectorale voorwaarden die verwijzen naar een aangepaste rubriek van de indelingslijst later inwerkingtreden. Deze artikelen vergen immers eerst een aanpassing van het omgevingsloket, waarna de minister de datum van inwerkingtreding kan vaststellen;
  • artikel 55, 10° van de grondwatertrein, dat betrekking heeft op het opnieuw wijzigen van de indeling van draineringen na een eerste wijziging conform artikel 55, 9° van de grondwatertrein, treedt in werking 3 jaar na bekendmaking van de grondwatertrein in het Belgisch Staatsblad.

Verschillende artikelen van de grondwatertrein bevatten specifieke overgangsbepalingen. Zo wordt in deze artikelen voor reeds bestaande vergunningen, aktenames en exploitaties een overgangsperiode voorzien om de exploitatie aan de nieuwe of aangepaste voorwaarden aan te passen.

Op 24 september 2024 vindt een beleidsforum plaats waar de concrete wijzigingen van de grondwatertrein zullen worden toegelicht.

Meer in senTRAL:
Bron:
  • Beslissingen Vlaamse regering, Departement Omgeving