Vraag over het gebruik
Andere vraag

Interesse?

Wenst u meer nieuws, praktische informatie en wetgeving over welzijn op het werk, milieu en arbeidsgeneeskunde?

Luchtkwaliteit: Raad keurt strengere richtlijn definitief goed

Nieuws - 15/10/2024
-
Auteur(s): 
Jan De Mulder


Op 14 oktober nam de Raad formeel een richtlijn aan met geactualiseerde luchtkwaliteitsnormen. De nieuwe regels (33 artikelen en 12 bijlagen) moeten bijdragen tot de doelstelling van de EU om de verontreiniging tegen 2050 tot nul terug te brengen. Ze moeten ook vroegtijdige sterfgevallen als gevolg van luchtverontreiniging helpen voorkomen. EU-burgers zullen schadevergoeding kunnen eisen voor schade aan hun gezondheid in gevallen waarin de EU-luchtkwaliteitsregels niet worden nageleefd.
Achtergrond
Luchtverontreiniging is het grootste milieugezondheidsrisico in Europa, aangezien verontreinigende stoffen zeer schadelijk kunnen zijn voor zowel mens als milieu. Elk jaar zijn ongeveer 300.000 vroegtijdige sterfgevallen in Europa te wijten aan luchtverontreiniging. Om dit probleem aan te pakken, heeft de Europese Commissie in oktober 2022 de herziening en consolidatie van twee richtlijnen inzake luchtkwaliteit voorgesteld. In februari 2024 bereikten de Raad en het Europees parlement een akkoord over de wettekst. De nieuwe richtlijn vereenvoudigt de EU-regels inzake luchtkwaliteit door de twee bestaande EU-richtlijnen (2004/107/EG en 2008/50/EG) samen te voegen tot één richtlijn. Het doel is om de kwaliteitsnormen in overeenstemming te brengen met de aanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).
Hoofddoel: aangescherpte luchtkwaliteitsnormen
De nieuwe richtlijn stelt nieuwe luchtkwaliteitsnormen voor verontreinigende stoffen vast die tegen 2030 moeten worden bereikt. Die verontreinigende stoffen omvatten onder meer fijnstof PM10 en PM2,5; stikstofdioxide en zwaveldioxide, waarvan bekend is dat ze ademhalingsproblemen veroorzaken. De lidstaten kunnen verzoeken om uitstel van de termijn van 2030 indien aan specifieke voorwaarden is voldaan. De luchtkwaliteit wordt beoordeeld aan de hand van gemeenschappelijke methoden en criteria in de hele EU, en de nieuwe richtlijn brengt verdere verbeteringen aan in de monitoring en modellering van de luchtkwaliteit. De richtlijn zal ook zorgen voor vroegtijdige actie, met routekaarten voor luchtkwaliteit die vóór 2030 moeten worden opgesteld als het risico bestaat dat de nieuwe normen op die datum niet zullen worden gehaald. De luchtkwaliteitsnormen zullen regelmatig worden herzien in overeenstemming met de meest recente wetenschappelijke gegevens om na te gaan of zij nog steeds geschikt zijn.
Strengere luchtkwaliteitsnormen
De grens- en streefwaarden in de strengere EU-luchtkwaliteitnormen voor 2030 sluiten nauwer aan bij de WHO-richtsnoeren en zullen regelmatig opnieuw worden bekeken. In de richtlijn komt een hele reeks luchtverontreinigende stoffen aan bod, waaronder fijnstof (PM2,5 en PM10), stikstofdioxide (NO2), zwaveldioxide (SO2), benzo-a-pyreen, arseen, lood en nikkel, met specifieke normen voor elk van deze stoffen. Zo worden de jaarlijkse grenswaarden voor de verontreinigende stoffen met de grootste gedocumenteerde gevolgen voor de gezondheid van de mens, PM2,5 en NO2, respectievelijk verlaagd van 25 µg/m³ tot 10 µg/m³ en van 40 µg/m³ tot 20 µg/m³.
De lidstaten kunnen tot 31 januari 2029 om specifieke redenen en onder strikte voorwaarden verzoeken de nalevingstermijn voor de grenswaarden van de luchtkwaliteit te verlengen tot:
  • uiterlijk 1 januari 2040 voor gebieden waar de richtlijn niet op tijd kan worden nageleefd door de specifieke klimatologische en orografische omstandigheden, of waar de noodzakelijke vermindering alleen mogelijk is ten koste van de bestaande huishoudelijke verwarmingssystemen
  • uiterlijk 1 januari 2035 (met mogelijkheid tot verlenging met nog eens 2 jaar) als de grenswaarden volgens de prognoses niet op tijd kunnen worden gehaald.
Om uitstel te vragen, moeten de lidstaten prognoses van de luchtkwaliteit opnemen in hun routekaarten voor luchtkwaliteit (die in 2028 klaar moeten zijn). Daarbij moeten ze aantonen dat ze de grenswaarden zo min mogelijk zullen overschrijden, en uiterlijk aan het einde van de verlenging zullen halen. Tijdens de uitstelperiode moeten de lidstaten ook regelmatig hun routekaarten bijwerken en verslag uitbrengen over de uitvoering ervan.
Routekaarten, plannen en kortetermijnactieplannen voor luchtkwaliteit
Bij overschrijding van een grens- of streefwaarde of bij een concreet overschrijdingsrisico van de waarschuwings- of informatiedrempels voor bepaalde verontreinigende stoffen, moeten de lidstaten:
  • vóór de uiterste datum een routekaart voor luchtkwaliteit opstellen als de verontreinigingsgraad tussen 2026 en 2029 de in 2030 te halen grens- of streefwaarde overschrijdt,
  • luchtkwaliteitsplannen opstellen voor gebieden waar de verontreinigingsgraad de grens- en streefwaarden van de richtlijn na de uiterste datum overschrijden,
  • kortetermijnactieplannen opstellen met noodmaatregelen (zoals beperkt voertuigverkeer, onderbreking van bouwwerkzaamheden enz.) om het onmiddellijke risico voor de gezondheid van de mens terug te brengen in gebieden waar de waarschuwingsdrempels zullen worden overschreden.
De voorschriften om luchtkwaliteits- en kortetermijnactieplannen op te stellen worden versoepeld wanneer plaatselijke geografische en meteorologische omstandigheden het potentieel om bepaalde concentraties verontreinigende stoffen te verminderen, fors beperken. Wat ozon betreft, worden de lidstaten bij onvoldoende potentieel om de ozonconcentraties lokaal of regionaal terug te dringen, vrijgesteld van luchtkwaliteitsplannen, op voorwaarde dat ze dit grondig kunnen rechtvaardigen bij de Commissie en het publiek.
Evaluatiebepaling
De Europese Commissie wordt opgeroepen de luchtkwaliteitsnormen uiterlijk in 2030 en vanaf dan om de 5 jaar te evalueren voor verdere afstemming op nieuwe WHO-richtsnoeren en de jongste wetenschappelijke inzichten. Daarbij moet de Commissie ook andere bepalingen van de richtlijn beoordelen, zoals die over de verlenging van de nalevingstermijnen en over grensoverschrijdende verontreiniging. Op basis van haar evaluaties moet de Commissie dan voorstellen doen om de luchtkwaliteitsnormen te herzien, andere verontreinigende stoffen op te nemen en/of verdere maatregelen op EU-niveau te nemen.
Toegang tot de rechter en recht op schadeloosstelling
De richtlijn bevat bepalingen om toegang tot de rechter te verzekeren voor wie daarbij voldoende belang heeft (waaronder NGO’s op het gebied van volksgezondheid en het milieu) en de uitvoering van de richtlijn wenst aan te vechten. Elke administratieve of rechterlijke toetsing moet billijk, tijdig en niet buitensporig duur zijn, en er moet praktische informatie over de procedure openbaar beschikbaar zijn. Volgens de richtlijn moeten de lidstaten ervoor zorgen dat de burger het recht heeft om schadeloosstelling te vorderen en te verkrijgen bij gezondheidsschade als gevolg van opzettelijke of nalatige schending van de nationale regels waarmee de richtlijn wordt omgezet. De lidstaten moeten doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties bepalen voor wie de uitvoeringsmaatregelen van de richtlijn schendt. Daarbij moeten zij rekening houden met de ernst, de duur en de eventuele herhaling van de inbreuk, met de getroffen mensen en omgeving, en met de daadwerkelijke of geschatte economische voordelen die de inbreuk oplevert.
Volgende stappen
De tekst wordt gepubliceerd in het Publicatieblad van de EU en treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking. De lidstaten hebben na de inwerkingtreding twee jaar de tijd om de richtlijn in nationaal recht om te zetten. Tegen 2030 zal de Europese Commissie de luchtkwaliteitsnormen herzien en vervolgens om de vijf jaar, in overeenstemming met de meest recente wetenschappelijke gegevens.

Meer in senTRAL:
Bron:
  • Air quality - Consilium (europa.eu)
Extra informatie: