Het Departement Omgeving heeft een leidraad gemaakt over de omgevingsaspecten van warmtepompen en airco’s voor woningen, in de vorm van een FAQ die de belangrijkste aspecten van geluidshinder en vergunningsplicht in Vlaanderen behandelt.
Het aantal warmtepompen en airco-installaties is de afgelopen jaren sterk gestegen, niet alleen in utilitaire gebouwen maar ook in de woningbouw, als resultaat van de EPC-wetgeving en de technologische ontwikkelingen die inspelen op de energietransitie. Deze trend zal zich dus enkel nog versterken.
Daarmee kreeg het Departement Omgeving echter meer en meer vragen over de vergunningsplicht voor deze installaties. Er zijn ook klachten en vragen over de geluidsoverlast die ze soms veroorzaken. Daarom heeft het Departement Omgeving een leidraad gepubliceerd waarin die vragen bondig en helder worden beantwoord. We halen er een paar voorbeelden uit.
Omgevingsvergunning?
“Heb ik een omgevingsvergunning of melding nodig voor het plaatsen en/of gebruiken van een warmtepomp of airco?”
Deze vraag uit de leidraad heeft geen eenvoudig antwoord. Het hangt af van verschillende factoren, zoals het soort installatie, het vermogen, de locatie en de aanwezigheid van andere constructies op het perceel. Er is enerzijds de omgevingsvergunning of melding voor stedenbouwkundige handelingen (de vroegere bouwvergunning), die van belang is voor het plaatsen van de installatie.
Anderzijds is er de omgevingsvergunning of melding voor het exploiteren van een ingedeelde inrichting of activiteit (de vroegere milieuvergunning) voor het gebruik ervan. Het is mogelijk dat beide nodig zijn, of slechts één. In veel gevallen is het plaatsen van een warmtepomp of airco in, aan of bij een woning vrijgesteld van de vergunningsplicht en is een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen dus niet nodig.
Wat wel en niet vrijgesteld is, is opgenomen in het
Vrijstellingenbesluit. Als er geen vrijstelling is, moet een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen aangevraagd worden. Voor veel warmtepompen en airco’s bij individuele woningen is ook geen melding of omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vereist omdat hun drijfkracht te beperkt is (<5kW) en er geen verticale boring nodig is. Warmtepompen die meerdere of grotere woningen moeten verwarmen, hebben vaak wel een totale geïnstalleerde drijfkracht van minstens 5 kW en zijn dan wel meldings- of vergunningsplichtig.
Geluidsoverlast
“Hoeveel geluid mag een warmtepomp of airco maken?”
In bepaalde gevallen gelden specifieke geluidsvoorwaarden voor warmtepompen en airco’s om eventuele hinder voor de omgeving te beperken tot een aanvaardbaar niveau. De regelgeving ter zake is zowel Europees als Vlaams, en daar bovenop kan ook de lokale overheid voorwaarden stellen aan het geluid van een warmtepomp of airco. Maar ook als er geen specifieke geluidsvoorwaarden gelden voor een warmtepomp of airco mag er geen bovenmatige geluidshinder zijn, want dan komt de algemene regelgeving over burenhinder in beeld. Er bestaat ook een code van goede praktijk ‘Geluid van buitenunits van residentiële warmtepompen en airco’s’, die voorwaarden voor het geluidsniveau en maatregelen en goede locatiekeuzes aangeeft om het geluid te beperken.
Koudemiddel
“Welke andere verplichtingen zijn van toepassing op de installatie en het onderhoud van warmtepompen en airco’s om de impact op het klimaat en het milieu te beperken?”
Het koudemiddel dat in een warmtepomp/airco zit kan een negatieve impact hebben op de atmosfeer wanneer het vrijkomt: vaak zijn dit gefluoreerde broeikasgassen (F-gassen) met een veel hogere impact dan CO2. Voor de installatie, het onderhoud, de reparatie en de buitendienststelling van een warmtepomp of airco die F-gassen bevat moet men een beroep doen op een erkend koeltechnicus tewerkgesteld bij een erkend koeltechnisch bedrijf. Ook voor de aansluiting van koudemiddel bevattende onderdelen, controles op lekkages van het koudemiddel, het bijvullen en terugwinnen van het koudemiddel in een warmtepomp of airco, moet men een erkend koeltechnicus inschakelen.
Bij monoblocksystemen (het koudemiddelcircuit bevindt zich volledig in een hermetisch afgesloten unit), als er geen koeltechnische handelingen op de locatie zelf moeten gebeuren, is een erkend koeltechnicus niet vereist voor de installatie. Dat is ook niet het geval wanneer de warmtepomp natuurlijke koudemiddelen zoals propaan bevat. Maar ook in die gevallen is een erkende koeltechnicus verplicht voor het onderhoud. De leidraad linkt naar overzichtslijsten van erkende koeltechnici en erkende koeltechnische bedrijven.
Verticale boring
“Welke verplichtingen gelden bij een verticale boring in functie van een bodemwarmtepomp?”
Zowel het uitvoeren als het buitendienststellen van een verticale boring in functie van een warmtepomp mag enkel uitgevoerd worden door een erkend boorbedrijf. De leidraad verwijst hier naar de Vlarem II artikels
5.16.3.3 en
6.8.1.1. De boring moet geregeld nagekeken en onderhouden worden door een bevoegd deskundige. Het verslag van deze controle moet worden bijgehouden en kan door de toezichthouder van de lokale overheid worden ingekeken. Als er een omgevingsvergunning nodig was moet dit om de twee jaar gebeuren. Een boring waarvoor geen omgevingsvergunning vereist was, moet om de vijf jaar gecontroleerd worden.
Meer in senTRAL:
Bron:
Meer informatie: