Vraag over het gebruik
Andere vraag

Interesse?

Wenst u meer nieuws, praktische informatie en wetgeving over welzijn op het werk, milieu en arbeidsgeneeskunde?

Lagere advieswaarde voor beroepsmatige blootstelling aan koolmonoxide

Nieuws - 21/10/2024
-
Auteur(s): 
Edelhart Kempeneers


De Nederlandse Gezondheidsraad adviseert een lagere gezondheidskundige advieswaarde voor beroepsmatige blootstelling aan koolmonoxide vanwege gezondheidsrisico's bij lagere concentraties dan eerder gedacht.
 
 
Achtergrond

Op verzoek van het Nederlands ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft de Gezondheidsraad een nieuwe gezondheidskundige advieswaarde voor beroepsmatige blootstelling aan koolmonoxide afgeleid. Dit advies is opgesteld door de Commissie Gezondheid en Beroepsmatige Blootstelling aan Stoffen (GBBS). Meer informatie over deze commissie is te vinden op www.gezondheidsraad.nl.

 
Blootstelling aan koolmonoxide

Kool(stof)monoxide (CO; EINECS-nr. 211-128-3; CAS-nr. 00630-08-0) komt zowel endogeen in het menselijk lichaam voor als via exogene blootstelling. Externe blootstelling kan afkomstig zijn van onvolledige verbranding van fossiele brandstoffen, hout en andere materialen op de werkplek. Daarnaast wordt koolmonoxide gebruikt in industriële processen voor de productie van anorganisch materiaal, organische stoffen, polymeren en in metaalbehandeling en farmaceutische productie.

Afbeelding: Fysische en chemische eigenschappen van koolmonoxide. Bron: Rapport Carbon monoxide, p. 12.

 
Nadelige gezondheidseffecten

Hoewel endogeen geproduceerd koolmonoxide een belangrijke fysiologische signaalfunctie heeft, kan externe blootstelling leiden tot nadelige gezondheidseffecten. Acute hoge blootstelling veroorzaakt zuurstoftekort. Langdurige lage blootstelling kan leiden tot effecten op het hart- en vaatstelsel (zoals angina pectoris en verhoogd risico op ischemische hartziekten), neurologische effecten (zoals verstoringen in visuele en auditieve functies) en effecten op de ontwikkeling van het nageslacht.

 
Gezondheidskundige advieswaarde

De Commissie GBBS beoordeelt op basis van wetenschappelijk onderzoek of er een gezondheidskundige advieswaarde kan worden afgeleid voor schadelijke stoffen waaraan werknemers kunnen worden blootgesteld. Deze waarde is het blootstellingsniveau waarbij geen nadelige gezondheidseffecten te verwachten zijn.

De commissie beschouwt effecten op het hart- en vaatstelsel, neurologische effecten en effecten op de ontwikkeling van het nageslacht als meest relevant bij lage blootstellingsconcentraties. Vanwege de beschikbaarheid van kwantitatieve meta-analyses bij lage concentraties zijn de cardiovasculaire effecten gebruikt om de gezondheidskundige advieswaarde af te leiden.

 
Advies aan de staatssecretaris

De commissie adviseert een gezondheidskundige advieswaarde van 7,5 milligram per kubieke meter lucht (6,4 ppm) als gemiddelde concentratie over een achturige werkdag. Deze waarde is drie keer lager dan de huidige wettelijke grenswaarde van 23 mg/m³ (20 ppm), ook de grenswaarde in België. Door gebrek aan bruikbare gegevens kan de commissie geen advieswaarde voor kortdurende blootstelling (STEL) of plafondwaarde aanbevelen.

 
In België

Volgens de Codex over het welzijn op het werk bedraagt de grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling aan koolmonoxide 20 ppm (23 mg/m³), met een kortetermijnwaarde van 100 ppm (117 mg/m³). Werkgevers zijn verplicht maatregelen te nemen om blootstelling te beperken, zoals verbetering van ventilatie en het verstrekken van persoonlijke beschermingsmiddelen aan werknemers indien nodig (Artikel VI.2-2).

 
Gezondheidstoezicht en biomonitoring

De arbeidsarts speelt een belangrijke rol in het monitoren van werknemers die aan koolmonoxide zijn blootgesteld. Het gezondheidstoezicht, inclusief biomonitoring, is verplicht wanneer er een bindende biologische grenswaarde is vastgesteld (zoals voor koolmonoxide) en wordt uitgevoerd volgens de richtlijnen van de Codex (Artikel I.4-29, §2).

De bepaling van het carboxyhemoglobinegehalte (COHb) in het bloed is een specifieke methode om blootstelling aan koolmonoxide te meten. COHb ontstaat wanneer koolmonoxide zich bindt aan hemoglobine, wat de zuurstoftransportcapaciteit van het bloed vermindert.

De grenswaarden voor COHb verschillen tussen rokers en niet-rokers:

  • Niet-rokers: maximale referentiewaarde van 3% COHb.
  • Rokers: grenswaarde doorgaans tussen 5-8% COHb, afhankelijk van rookgewoonten.

Bij overschrijding van deze referentiewaarden is verdere medische opvolging noodzakelijk en moeten mogelijk werkplekmaatregelen worden aangepast.

De verlaging van de gezondheidskundige advieswaarde voor koolmonoxide in Nederland benadrukt het belang van het herzien van blootstellingslimieten op basis van recente wetenschappelijke bevindingen. Dit advies is ook relevant voor werkgevers in België, aangezien vergelijkbare gezondheidsrisico's gelden voor werknemers in beide landen. Preventieadviseurs in België nemen best deze inzichten in beschouwing, om de blootstelling aan koolmonoxide te verminderen en zo de gezondheid en veiligheid op de werkplek te waarborgen.
 
 
Meer in senTRAL:
 
 
Bronnen:
  • Gezondheidsraad - Koolmonoxide; Gezondheidskundige advieswaarde voor beroepsmatige blootstelling
  • Belgische lijst van grenswaarden voor blootstelling aan chemische agentia op het werk, Codex Bijlage VI.1-1