Vraag over het gebruik
Andere vraag

Interesse?

Wenst u meer nieuws, praktische informatie en wetgeving over welzijn op het werk, milieu en arbeidsgeneeskunde?

Vlaanderen brengt duurzame transitie van de economie in kaart

Nieuws - 25/02/2021
-
Auteur(s): 
Joris De Vroey


 

Om de duurzame transitie van onze economie in kaart te brengen, heeft het Vlaams Departement Omgeving nu al voor de derde maal een ‘Monitor Groene economie’ uitgewerkt, op basis van indicatoren van het ‘Green Growth Monitoring Framework’ van de OESO. Daarmee kan worden gemeten in welke mate een economie vergroent.

 
 

Die transitie naar een groene economie biedt heel veel opportuniteiten aan bedrijven. Dat is in Vlaanderen concreet meetbaar op verschillende vlakken, bijvoorbeeld in het stijgende aantal groene patenten en de groei van duurzame technologieën. De Vlaamse economie heeft een relatief groot aandeel van industriële activiteiten en is zeer exportgericht, en dat impliceert naast nieuwe kansen ook grote uitdagingen voor de transitie, denk maar aan het gebruik van grondstoffen, energie en materialen. Vlaanderen heeft nog veel werk voor de boeg om de economie verder te vergroenen en zo onze welvaart veilig te stellen, stelt het Departement Omgeving vast.

Productiviteitsindicatoren

Een eerste maat voor de vergroening van de economie is dus het gebruik van grondstoffen. De hierbij gebruikte indicatoren meten de verhouding tussen het BBP (bruto binnenlands product) en het verbruik van hulpbronnen zoals energie, materialen, ruimte of water: dat zijn de ‘productiviteitsindicatoren’. Hoe meer toegevoegde waarde we kunnen creëren per gebruikte hoeveelheid van een hulpbron, hoe groener onze economie.

Maar de productiviteitsindicatoren zijn ook belangrijk om de competitiviteit van onze economie op termijn in te schatten. Naarmate hulpbronnen schaarser worden zullen ze een beperkende factor gaan vormen voor de hoeveelheid die we in Vlaanderen kunnen produceren. Stel dat we terechtkomen in een situatie waarin water slechts beperkt beschikbaar is, dan wordt de grootte van onze economische activiteit (BBP) mee bepaald door de hoeveelheid toegevoegde waarde die we kunnen creëren per gebruikte hoeveelheid water. Dat geldt ook voor andere hulpbronnen zoals energie, materialen, CO2-emissies of ruimte.

En hier stelt het Departement Omgeving vast dat Vlaanderen voor de meeste productiviteitsindicatoren achterloopt op de buurlanden. Dat wil zeggen dat die er in slagen om meer toegevoegde waarde te creëren met dezelfde hoeveelheid hulpbronnen.

Dat wordt goed geïllustreerd met de broeikasgasproductiviteit: deze indicator meet de toegevoegde waarde die we creëren per uitgestoten hoeveelheid broeikasgassen. Daar scoort Vlaanderen beduidend lager dan het Europese gemiddelde en ook minder dan onze buurlanden. Dat kan deels verklaard worden door het hoge aandeel aan energie- en materiaalintensieve activiteiten in Vlaanderen. En het toont heel duidelijk hoe gevoelig onze economie is voor toekomstige beperkingen op het vlak van CO2-uitstoot.

Een gelijkaardige analyse kunnen we maken op het vlak van materialen- of ruimtegebruik. Inzetten op een low-carbon- en circulaire economie is dan ook cruciaal voor de toekomst van onze economie.

(bron: Departement Omgeving)

Beleid en innovatie

Niet alleen omwille van de vergroening maar ook omwille van de Vlaamse economische concurrentiepositie, is een inhaalbeweging naar de groene economie dus noodzakelijk. Maar het departement ziet een ‘gemengd beeld’ van de actieve inzet om dit na te streven:

  • Vlaanderen speelt op sommige vlakken in op de opportuniteiten van de groene economie: kijk naar het stijgende aantal groene patenten, de koploperspositie op het vlak van recyclage van huishoudelijk afval, stijgende overheidsuitgaven op het vlak van milieu en omgeving…
  • andere indicatoren gaan echter achteruit: milieugerelateerde belastingen dalen sinds 2005, de productie van hernieuwbare energie hinkt achterop, de tewerkstelling in cleantechsectoren stijgt maar zeer traag, de handhaving van milieuwetgeving en de strengheid van het milieubeleid blijven achter op de helft van de andere Europese landen (de OESO gaat ervan uit dat er een verband is tussen deze indicator en de snelheid waarmee de vergroening in een land gaat)…
Duurzame transitie in alle domeinen

Om onze economie sneller te vergroenen, moeten we in Vlaanderen vanuit alle beleidsdomeinen inzetten op de duurzame transitie, besluit het departement Omgeving. Daarvoor zijn er nog heel veel hefbomen beschikbaar:

  • ons mobiliteitssysteem verduurzamen
  • versterkt inzetten op duurzaam ondernemen
  • ons financieel systeem verduurzamen
  • onze landbouw vergroenen
  • een duurzamere ruimtelijke ordening
  • herstelbeleid uittekenen waarin de duurzame transitie centraal staat

Als we daarin slagen, zullen de economische winsten aanzienlijk zijn, is de conclusie. Het beleidsdomein Omgeving zal hiervoor de andere beleidsdomeinen op alle mogelijke manieren ondersteunen, met hen samenwerken en ook eigen initiatieven nemen zoals de Vlaamse Green Deals, Vlaanderen Circulair, het Vlaams Energie- en Klimaatplan en de Blue Deal. Maar succes oogsten we alleen als alle actoren zich onverdeeld inzetten en ieder zijn verantwoordelijkheid opneemt.

Zuhal Demir, Vlaams minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, ziet twee duidelijke uitdagingen: “Vooreerst is duidelijk dat het milieubeleid in vergelijking met onze buurlanden minder streng is, met alle gevolgen van dien. Denk maar aan onze water- en luchtkwaliteit. Met onder andere ons luchtbeleidsplan en de toekomstige aanpak van stikstof gaan we op dat vlak een stevig tandje bijsteken. Anderzijds is onze economie door de vele energie- en materiaalintensieve activiteiten erg afhankelijk van het energie- en klimaatbeleid, ook op Europees vlak. Vlaanderen slaagde er de voorbije vijftien jaar amper in de broeikasgasreductie met 3% terug te dringen, ondanks miljarden uitgaven aan hernieuwbare energie. Dat bewijst dat veel geld uitgeven niet gelijk staat aan resultaten boeken. We blijven dan ook op inzetten op onder andere innovatie, digitalisering, waterhergebruik, recyclage en circulair bouwen. Dat alles om ervoor te zorgen dat we tegen 2024 grote stappen vooruit kunnen zetten."

Probleemdossiers

Deze doelstellingen botsen echter traditioneel op een reeks lastige dossiers die de opeenvolgende Vlaamse regeringen en parlementen al geruime tijd meeslepen. Denk aan de afgevoerde kilometerheffing, de betonstop, de subsidies voor zonnepanelen. Dit soort probleemdossiers zal de competitie met de buurlanden in een groene economie benadelen. Vlaamse beleidsmakers vrezen ook meer dan andere de kosten van het Europese klimaatbeleid in een energie-intensieve, dichtbevolkte mobiliteitsafhankelijke regio. In al deze domeinen vertrekt Vlaanderen ook van een zwakkere positie dan de andere Belgische regio’s.
U kunt de ‘Monitor Groene Economie’ consulteren op omgeving.vlaanderen.be/monitor-groene-economie

(foto boven: archief - LDS)


Bronnen: 
-Departement Omgeving
-De Tijd