Vraag over het gebruik
Andere vraag

Interesse?

Wenst u meer nieuws, praktische informatie en wetgeving over welzijn op het werk, milieu en arbeidsgeneeskunde?

Welke verstrengingen zijn te verwachten in nieuwe Hemelwaterverordening 2022?

Nieuws - 03/08/2022
-
Auteur(s): 
Guy Van den Broeke – consultant Arcadis Belgium nv


De nieuwe gewestelijke Hemelwaterverordening 2022 vervangt de regelgeving van 2013. Hierdoor wordt werk gemaakt van het optrekken van de minimale volumes van hemelwaterputten, de verplichting tot plaatsing van een hemelwaterput bij verbouwing of uitbreiding aan bestaande gebouwen, de verplichting om het opgevangen hemelwater maximaal te gebruiken voor toepassingen waar geen drinkwaterkwaliteit voor nodig is, een groter buffervolume en infiltratieoppervlakte van de verplichte infiltratievoorziening, een groter buffervolume voor grote verharde oppervlakten wanneer om technische redenen geen infiltratievoorziening kan aangelegd worden en de mogelijkheid om verplichtingen met betrekking tot hemelwater collectief op te nemen.

Huidige Hemelwaterverordening

De huidige Hemelwaterverordening geeft invulling op de leidende principes in het integraal waterbeleid: vasthouden, bergen en pas in laatste instantie afvoeren van water. De huidige Vlaamse regels rond opvang van hemelwater (gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 en 26 april 2019) houden echter onvoldoende rekening met de klimaatevoluties die ertoe leiden dat hevige piekregenval (bv. juli 2021) en lange periodes van droogte vaker voorkomen (vijf van de voorbije zes jaar). Bovendien is 16% van Vlaanderen verhard, wat leidt tot een snelle afvoer van water.

De nieuwe Hemelwaterverordening 2022

Het voorontwerp van besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2022 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater vervangt het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater en legt strengere en striktere regels op rond de opvang, het gebruik en de infiltratie van hemelwater. Er wordt met dit voorstel zowel ingezet op droogtebestrijding als op het reduceren van piekdebieten. Er zijn geen belangrijke wijzigingen op vlak van de ingebruikname (artikel 5), gescheiden afvoer van hemelwater en afvalwater (artikel 6) en afwijkingen (artikel 11).

Het begrip “groendak” wordt vervangen door “retentiedak” (artikel 2)

Er wordt een nieuwe definitie “retentiedak” toegevoegd omdat de impact van klassieke groendaken en zeker extensieve groendaken niet altijd voldoende is om piekafvoeren te reduceren. Retentiedaken bergen een bepaald volume water en houden dit vast, terwijl het via gebruik, een vertraagde afvoer, een slimme sturing, e.d. kan geledigd worden. Deze definitie vergroot dus de mogelijkheid voor het toepassen van innovatieve technieken en vlakken piekafvoeren bij zware neerslagevents ook effectief af. Het noodzakelijke volume wordt daarnaast verhoogd tot 50 liter per m² om louter extensieve groendaken te onderwerpen aan bijkomende randvoorwaarden om een voldoende impact te hebben op piekbelasting. In de definitie van “afvalwater” wordt nu verwezen naar de definitie die opgenomen is in titel II van VLAREM. Op deze manier kan er nooit een verschil zijn tussen afvalwater zoals beschouwd in VLAREM en de Hemelwaterverordening 2022. De definitie van “buffervoorziening” wordt beperkt verfijnd in vergelijking met de Hemelwaterverordening van 2013 om dit meer af te stemmen op de realiteit. Een aantal definities zijn verwijderd zoals het volume van de infiltratievoorziening en buffervoorziening. “Werken aan de afwatering” worden gedefinieerd als werken aan een bestaand gebouw waarbij de afvoer van zowel afval- en hemelwater ingrijpend wordt aangepast. Wordt in de straat een gescheiden stelsel aangelegd of verandert een burger enkel de interne afvoeren van badkamer en keuken dan val je niet onder het toepassingsgebied van de verordening. Voorliggende verordening wordt genomen in uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), zodat de in de VCRO opgenomen definities in artikel 4.1.1 ook gelden voor deze verordening (bv. constructie, herbouwen en verbouwen).

Eveneens van toepassing op het openbaar wegdomein (artikel 4)

Ten opzichte van de Hemelwaterverordening uit 2013 wordt het toepassingsgebied uitgebreid met verhardingen in het openbaar domein (bv. weggebonden of rioolgebonden infrastructuur). De uitgangspositie is dat iedereen, zowel particulier als openbaar bestuur, water opvangt en bijhoudt. Daarvoor was weliswaar reeds de code van goede praktijk van toepassing. Doch die code werd niet steeds gerespecteerd. De term “verbouwen (aan het watersysteem)” wordt mee opgenomen in de verordening. Op deze manier kunnen ook ingrijpende renovaties onder het toepassingsgebied van de verordening vallen. Er wordt afgestapt van de oppervlakte eenheid van 40 m² vanaf wanneer de verordening van toepassing zou zijn. Als je in de huidige verordening bij een bestaande woning een tuinhuis van 30 m² bouwt en het water afvoert moet je geen infiltratie voorzien. In de toekomst wordt de infiltratie-inhoud 990 liter en de infiltratie oppervlakte 2,4 m². Er wordt verduidelijkt vanaf wanneer er voldoende niet verharde zone aanwezig is om te spreken van infiltratie op eigen terrein, namelijk een minimale aangrenzende groenzone van 25% waarin respectievelijk het gebouw of de verharding kan afwateren. De verordening is verder enkel van toepassing als verhardingen worden aangelegd of heraangelegd. Beperkte ingrepen zoals de aanleg van een verhoogd kruispunt of het graven van sleuven voor nutsmaatschappijen vallen niet onder de verordening.

Het optrekken van de minimale volumes van hemelwaterputten (artikel 7)

Ten opzichte van de Hemelwaterverordening uit 2013 wordt de grootte van de verplichte hemelwaterput uitgebreid. De minimale volumes van hemelwaterputten worden gekoppeld aan de horizontale dakoppervlaktes bij nieuwbouw of herbouw van eengezinswoningen. Er is een getrapt systeem ingeschreven, waarbij bij grotere dakoppervlaktes ook grotere hemelwaterputten worden opgelegd (§1). Als je bv. een woning bouwt met 130 m² dakoppervlakte heb je in de toekomst een put nodig van 10000 liter in plaats van 5000 liter. Er is voor gebouwen met meerdere woongelegenheden eveneens een aparte passage opgenomen (§2). Ook voor andere overdekte constructies (niet zijnde woningen) is de plaatsing van een of meer hemelwaterputten verplicht (§3).

De verplichting om het opgevangen hemelwater maximaal te gebruiken voor toepassingen waar geen drinkwaterkwaliteit voor nodig is, waaronder toiletspoeling, kuiswater, wasmachine en buitengebruik

Regenwater is een belangrijke bron van water die het gebruik van andere hoogwaardige waterbronnen kan beperken. In alle projecten zal daarom maximaal moeten ingezet worden op het gebruik van regenwater, waar dit omwille van kwaliteitsredenen mogelijk is.

Een groter buffervolume en infiltratieoppervlakte van de verplichte infiltratievoorziening (artikel 8)

De afwaterende oppervlakte vanaf wanneer infiltratievoorzieningen dienen aangelegd te worden, worden gevoelig verkleind van 250 m² naar 80 m². Bovengrondse infiltratievoorzieningen zijn de basis aangezien ze heel wat extra voordelen hebben naar onderhoud, vermijden dichtslibbing, controle op verkeerde aansluitingen, groenblauwe inrichting, e.d. Om de impact van de verharde oppervlakte op het watersysteem versneld te milderen wordt de oppervlakte van de bestaande verharding of dakoppervlakte die mee moet aangesloten worden op de infiltratie- of buffervoorzieningen verdubbeld. Als je bv. een woning bouwt met 90 m² dakoppervlakte en 70 m² terras stijgt de inhoud van de put van 5 m³ naar 7,5 m³, stijgt de infiltratie-inhoud van 2500 l naar 4290 liter en stijgt de infiltratie oppervlakte van 4 m² naar 10,4 m².

Een groter buffervolume voor grote verharde oppervlakten, wanneer om technische redenen geen infiltratievoorziening kan aangelegd worden (artikel 9)

Wanneer geen infiltratievoorziening kan worden aangelegd, verplicht artikel 9 de plaatsing van een buffervoorziening bij alle constructies groter dan 1000 m². De grootte van de voorziening wordt geregeld.

Groepering van de mogelijkheid om verplichtingen met betrekking tot hemelwater collectief op te nemen (artikel 10)

Optimale oplossingen kunnen groeien uit een samenwerking over de perceelsgrenzen heen of tussen publieke en private actoren. Op die manier kan een groot verhard plein bijvoorbeeld een waterbron worden voor een naastgelegen industrieterrein met een grote watervraag. Dit artikel geeft bijgevolg de juridische mogelijkheid voor de actie uit de Blue Deal voor het maximaal inzetten op grootschalige opvang en hergebruik van hemelwater.

Verder traject

Over het voorliggend voorontwerp van besluit wordt gedurende dertig dagen een openbaar onderzoek georganiseerd. De adviezen van de Strategische Adviesraad Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed (SARO), de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen (Minaraad) en de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) op dit voorontwerp van besluit worden in september verwacht. Daarna zal een overlegvergadering georganiseerd worden met de gemandateerde vertegenwoordigers van de Vereniging van de Vlaamse Provincies (VVP) en van de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten (VVSG). Dit besluit treedt pas in werking op de vijfde dag van de zesde maand die volgt op de maand van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad (artikel 15). De provincieraden en gemeenteraden brengen eventueel bestaande provinciale en gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen binnen vierentwintig maanden vanaf de datum van de inwerkingtreding van dit besluit in overeenstemming met de voorschriften van dit besluit.

Meer op senTRAL:

Thematische fiche Hemelwater

Bron:

Beslissing Vlaamse regering 15/07/2022