Vraag over het gebruik
Andere vraag

Interesse?

Wenst u meer nieuws, praktische informatie en wetgeving over welzijn op het werk, milieu en arbeidsgeneeskunde?

Raad en Parlement bereiken akkoord over ontbossingsvrije producten, import en export

Nieuws - 09/12/2022
-
Auteur(s): 
Jan De Mulder


 Na een laatste onderhandelingsmarathon tijdens de Sinterklaas-nacht bereikten de Raad en het Europees Parlement een voorlopig akkoord over een wetgevingsvoorstel, dat het risico moet beperken op ontbossing en bosdegradatie in verband met producten die worden ingevoerd in of uitgevoerd uit de Europese Unie. Het akkoord moet nu enkel nog door beide instellingen formeel worden goedgekeurd.

 

De Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN (FAO) schat dat tussen 1990 en 2020 zo’n 420 miljoen hectare bos (een gebied groter dan de EU)  werd ontbost. De consumptie in de EU vertegenwoordigt ongeveer 10% van de wereldwijde ontbossing. Palmolie en soja zijn goed voor meer dan twee derde hiervan. Een WWF-rapport uit 2021 stelde dat, in termen van internationale handel, het EU-aandeel in de mondiale ontbossing 16% bedraagt en de tweede plaats inneemt, na China.

De wereldwijde ontbossing en bosdegradatie heeft meerdere oorzaken: de uitbreiding van landbouwgrond, het niet-duurzaam beheer van bosareaal, de ontginning van grondstoffen en de toename van bosbranden. Aangezien de EU een grootverbruiker van landbouw- en andere grondstoffen is, kan zij haar rol in de wereldwijde ontbossing en bosdegradatie verkleinen door ervoor te zorgen dat de grondstoffen en de bijbehorende toeleveringsketens "ontbossingsvrij" zijn.

Voorstel tot verordening

Op 17 november 2021 publiceerde de Commissie haar voorstel voor een verordening die verband houdt met de productie van de grondstoffen. De toelichting bij het Commissievoorstel stelt dat de EU, als belangrijke consument van die grondstoffen, geen specifieke en doeltreffende regels heeft om haar aandeel in de ontbossing te verminderen. Het initiatief is er ook op gericht de consumptie van producten afkomstig van toeleveringsketens die met ontbossing of bosdegradatie verband houden, tot een minimum te beperken en de vraag naar ‘ontbossingsvrije’ grondstoffen en producten in de EU, alsook de handel daarin, te doen toenemen.

In het eerste artikel van het voorstel van verordening wordt het toepassingsgebied omschreven aan de hand van een definitie van “desbetreffende grondstoffen” (d.w.z. runderen, cacao, koffie, oliepalm, soja en hout) en “desbetreffende producten” (d.w.z. de producten in bijlage I die de desbetreffende grondstoffen bevatten, ermee zijn gevoederd of ermee zijn vervaardigd), waarop deze verordening van toepassing is. Ook wordt verduidelijkt dat de verordening zowel van toepassing is op het in de EU in de handel brengen, het op de EU-markt aanbieden, als op de uitvoer uit de EU.

Op 28 juni 2022 nam de Raad zijn algemene oriëntatie aan. Op 13 september volgde de aanname van de positie van het Europees Parlement. Het Parlement wilde onder meer een uitbreiding van het toepassingsgebied met varkensvlees, schapen en geiten, pluimvee, maïs en rubber evenals houtskool en bedrukt papier toevoegen. Het wou ook aan financiële instellingen aanvullende eisen opleggen om ervoor te zorgen dat hun activiteiten niet bijdragen aan ontbossing.

Voor welke producten?

Zoals gebruikelijk haalde het Parlement niet alle gewenste verstrengingen binnen. De tekst stelt zorgvuldigheidseisen vast voor alle marktdeelnemers en handelaren die de volgende grondstoffen op de EU-markt plaatsen, beschikbaar stellen of exporteren: palmolie, rundvlees, hout, koffie, cacao, rubber en soja.

De eisen zijn ook van toepassing op een aantal afgeleide producten zoals chocolade, meubels, bedrukt papier en geselecteerde derivaten op basis van palmolie (die bijvoorbeeld worden gebruikt als bestanddeel in verzorgingsproducten).

Over twee jaar zal door de Commissie worden beoordeeld of er nog meer producten in het akkoord moeten worden opgenomen. Dat betreft ook de mogelijke opname van de financiële sector. De Raad verzette zich tegen de ambitie van het Parlement om de verordening ook toepasbaar te maken op banken, verzekeraars en investeerders.

De Commissie zal verder bekijken of de verordening kan worden uitgebreid tot andere natuurlijke ecosystemen met grote koolstofvoorraden en een hoge biodiversiteitswaarde, zoals veengebieden, wetlands en savannes.

De afsluitingsdatum van de nieuwe regels is vastgesteld op 31 december 2020. Dat betekent dat alleen producten die zijn geproduceerd op bodem die na 31 december 2020 (en niet 2019 zoals door het EP gewenst) niet meer is ontbost of aangetast, op de markt van de Unie zullen worden toegelaten of geëxporteerd mogen worden.

Definities

De tekst bevat een definitie van ontbossing die is gebaseerd op de definitie van de FAO. Volgens het persbericht van de Raad is de definitie van "bosdegradatie" innovatief, en betekent dat "de structurele veranderingen in het bosareaal" in de vorm van de conversie van uit natuurlijke zaailingen geteelde bossen en oerbossen in bosplantages en ander bebost land, en de conversie van oerbossen in aangeplante bossen.

Informatieverplichtingen

De verordening voorziet strenge zorgvuldigheidseisen voor marktdeelnemers. Ondernemingen zullen precieze geografische informatie moeten verzamelen over de landbouwgrond waarop de door hen gebruikte grondstoffen zijn geproduceerd, zodat kan worden nagegaan of deze grondstoffen aan alle regels voldoen. De haalbaarheid van die vereiste wordt in de bedrijfswereld uiteraard betwijfeld. Tegelijkertijd zouden de nieuwe regels dubbele verplichtingen voorkomen en de administratieve lasten voor marktdeelnemers en autoriteiten verminderen. Het wordt ook mogelijk voor kleine marktdeelnemers om voor het opstellen van zorgvuldigheidsverklaringen te rekenen op grotere marktdeelnemers.

Risicolanden

De tekst voorziet een benchmarkingsysteem, waarmee aan derde landen en EU-landen een risiconiveau wordt toegekend met betrekking tot ontbossing en bosdegradatie (‘laag’, ‘standaard’ of ‘hoog’). De risicocategorie bepaalt het niveau van specifieke verplichtingen voor marktdeelnemers en autoriteiten van de lidstaten om inspecties en controles uit te voeren. Hierdoor kan er beter toezicht worden gehouden op landen met een hoog risico, en kunnen vereenvoudigde zorgvuldigheidsverplichtingen worden vastgesteld voor landen met een laag risico. Het zal weinigen verbazen dat zowat alle grote niet-EU-handelspartners zoals Canada en Brazilië, evenals grondstoffen-multinationals, stevig hebben gelobbyd om deze tekst af te zwakken. De verordening houdt in dat de bevoegde autoriteiten controles zullen uitvoeren bij 9% van de marktdeelnemers en handelaars die producten verhandelen uit landen met een hoog risico, bij 3% uit landen met een standaardrisico, en bij 1% uit landen met een laag risico, om na te gaan of zij daadwerkelijk voldoen aan de verplichtingen die in de verordening zijn vastgelegd. Daarnaast zullen de bevoegde autoriteiten controles uitvoeren op 9% van het totale aantal van elk van de relevante grondstoffen en producten die door landen met een hoog risico op hun markt worden geplaatst, beschikbaar worden gesteld of worden geëxporteerd.

Mensenrechten

De tekst vereist ook dat rekening wordt gehouden met mensenrechtenaspecten die verband houden met ontbossing, waaronder het recht op vrije, voorafgaande en geïnformeerde toestemming van inheemse volken. Binnen de EU heeft Zweden weerwerk geboden over deze bepaling. Bosbouw is een belangrijke industrie voor de Zweedse economie, biedt werk aan 115.000 mensen en maakt van Zweden de derde exporteur van pulp- en papierproducten ter wereld. De uitbreidende Zweedse bosbouwindustrie palmt steeds meer land in dat wordt beheerd door - maar geen eigendom is van - Sami-mensen. Dat leidt tot lokale conflicten die internationale weerklank krijgen. In 2020 zei het VN-comité voor de uitbanning van rassendiscriminatie dat Zweden niet had voldaan aan internationale verplichtingen om de lokale Sami-gemeenschap "adequaat of effectief te raadplegen" alvorens concessies voor houtkap en mijnbouw te verlenen. Die concessies bedreigen de inkomstenbron van het Sami-volk, want ze leiden tot een afname van de hoeveelheid korstmossen, een belangrijke voedselbron voor de door de Sami beheerde rendierenkuddes in de winter.

Handhaving

De tekst handhaaft de bepalingen met betrekking tot doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties en nauwere samenwerking met partnerlanden, zoals voorgesteld door de Commissie. Het ontwerp bepaalt dat boetes moeten worden vastgesteld die in verhouding staan tot de milieuschade en de waarde van de betrokken grondstoffen of producten,  en tot 4% van de jaaromzet van de marktdeelnemers in de EU. Ze voorzien ook in de mogelijkheid van een tijdelijke uitsluiting van aanbestedingsprocedures en van toegang tot overheidsfinanciering.

Zodra de verordening van kracht is, hebben marktdeelnemers en handelaren 18 maanden de tijd om de nieuwe regels ten uitvoer te leggen. Voor micro- en kleine ondernemingen is in een langere aanpassingsperiode en andere specifieke bepalingen voorzien.

Op internationaal niveau zal de EU haar engagement versterken. Zowel bilateraal, met producerende en verbruikende landen, als in relevante multilaterale fora zal de EU ervoor zorgen dat de nieuwe wetgeving daadwerkelijk wordt uitgevoerd en zal zij de productielanden bijstaan waar nodig.

Dit belangrijke politieke akkoord kwam er net voor de start op 7 december van de Conferentie over Biodiversiteit te Montreal (COP15).

Meer in senTRAL:
 
Bronnen: