Vraag over het gebruik
Andere vraag

Interesse?

Wenst u meer nieuws, praktische informatie en wetgeving over welzijn op het werk, milieu en arbeidsgeneeskunde?

Europese Commissie wil een betere bodem

Nieuws - 11/09/2023
-
Auteur(s): 
Jan De Mulder


Op 5 juli publiceerde de Europese Commissie een pakket beleidsvoorstellen voor een duurzaam gebruik van belangrijke natuurlijke hulpbronnen. Op langere termijn moeten de voorstellen – indien ze tot effectieve maatregelen leiden - economische, sociale, gezondheids- en milieuvoordelen opleveren voor elke EU-burger. 60 tot 70 % van de bodems in de EU is momenteel ongezond. Bovendien wordt jaarlijks een miljard ton grond door erosie weggespoeld, waardoor de resterende bovenste vruchtbare laag snel verdwijnt. Uit onderzoek blijkt dat het bodemecosysteem in Europa door verschillende factoren zal blijven verslechteren. Voor ongeveer 25 % van de grond in de EU wordt de aanbevolen duurzaamheidsdrempel voor erosie overschreden. Daarnaast dreigen de meeste bodems in de EU aan biodiversiteit te verliezen. De bodem heeft stikstof nodig om planten te laten groeien. Een gebrek aan stikstof kan leiden tot bodemdegradatie, terwijl te veel stikstof waterverontreiniging en eutrofiëring kan veroorzaken.

De kosten in verband met bodemaantasting worden geraamd op meer dan 50 miljard euro per jaar. Daarom is er nood aan EU-wetgeving om de waarde van de bodem en zijn hulpbronnen te verhogen. Het voorstel past binnen de EU-Bodemstrategie, de EU-Biodiversiteitsstrategie, het streven naar een circulaire economie en zero-vervuiling en uiteraard de Green Deal.
 
Wetgevingsvoorstel
Het Commissievoorstel voor een richtlijn inzake bodemmonitoring biedt een geharmoniseerde definitie van bodemgezondheid, voorziet in een alomvattend en samenhangend monitoringkader en bevordert duurzaam bodembeheer en sanering van verontreinigde locaties. Het voorstel ambieert verschillende bronnen van bodemgegevens samen te voegen. Gegevens over bodembemonstering uit de Land Use and Coverage Area frame Survey (LUCAS) van de EU worden gecombineerd met satellietgegevens van Copernicus en nationale en particuliere gegevens. Het uiteindelijke doel is om tegen 2050 een gezonde bodem in de EU tot stand te brengen, in overeenstemming met de ambitie van de EU om alle verontreiniging tot nul terug te dringen.
 
De bodemgegevens moeten innovatieve, technologische en organisatorische oplossingen ondersteunen. Die oplossingen moeten bodemeigenaren en bodemgebruikers zoals  landbouwers helpen de meest geschikte behandelingsmethoden toe te passen. Ze moeten bijdragen tot een verhoging van de vruchtbaarheid en opbrengst van de bodem en tegelijkertijd het water- en nutriëntenverbruik tot een minimum te beperken. Bovendien zullen deze gegevens de inzichten in trends op het gebied van droogte, waterretentie en erosie verbeteren en de voorkoming en beheersing van rampen versterken. Gezonde bodems en betere gegevens bieden extra inkomenskansen voor grondbeheerders. Ze kunnen worden beloond voor koolstoflandbouw en betaald worden voor ecosysteemdiensten of voor het verhogen van de waarde van gezonde bodems en het daarop geproduceerde voedsel. Het voorstel legt echter geen directe verplichtingen op aan grondeigenaren en grondbeheerders, waaronder landbouwers.
De lidstaten zullen positieve en negatieve praktijken voor bodembeheer moeten vaststellen. Ze zullen onder meer bodemdistricten moeten afbakenen die minstens overeenkomen met de NUTS-1-indeling die de EU hanteert op basis van de cohesie-regelgeving (Verordening No 1059/2003). Zij zullen ook saneringsmaatregelen moeten vaststellen om aangetaste bodems weer gezond te maken. Dat zal moeten gebeuren op basis van nationale beoordelingen van de bodemgezondheid. Deze beoordelingen zullen ook worden meegenomen in ander EU-beleid, zoals landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw (land-use, land-use change and forestry, LULUCF), het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) en het waterbeheer. Het voorstel verlangt ook van de lidstaten dat zij onaanvaardbare risico's voor de menselijke gezondheid en het milieu in verband met bodemverontreiniging aanpakken, op basis van het beginsel dat de vervuiler betaalt. De lidstaten zullen verontreinigde locaties moeten identificeren, onderzoeken, beoordelen en saneren.
Rekenkamer-rapport
Dat het Commissievoorstel een concrete problematiek wil en moet aanpakken blijkt ook uit het rapport dat de Europese Rekenkamer (ERK) op 20 juli publiceerde. Dat speciaal verslag 19/2023 heeft als titel “Inspanningen van de EU om te komen tot duurzaam bodembeheer – Weinig ambitieuze normen, onvoldoende doelgerichtheid”. Volgens dat verslag is er veel ruimte voor verbetering van de bodemkwaliteit in Europa. De financiële waakhond van de EU staat kritisch tegenover de inspanningen van de EU om te zorgen voor duurzaam bodembeheer. Daarnaast vindt de ERK dat de Europese Commissie en de EU-landen te weinig gebruik hebben gemaakt van de financiële en wetgevingsinstrumenten waarover zij beschikken. De auditors stelden vast dat de EU-normen vaak niet ambitieus zijn en dat lidstaten de financiering niet richten op gebieden met de meest urgente bodemproblemen. Het verslag volgt op een analyse waaruit blijkt dat 60 tot 70 % van de bodems in Europa ongezond is, deels als gevolg van slechte praktijken op het gebied van bodem- en mestbeheer.
 
Een gezonde bodem levert voedingsstoffen, water en zuurstof en biedt een groeiplaats voor planten. Het overmatige gebruik van mest in de landbouw heeft echter negatieve gevolgen voor de waterkwaliteit en de diversiteit van planten en dieren. EU-regels, zoals die voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) en de nitratenrichtlijn, bevorderen verbeteringen in het bodem- en mestbeheer. Volgens de beste schatting van de auditors werd tussen 2014 en 2020 ongeveer 85 miljard euro aan GLB-financiering besteed aan de gezondheid van de bodem. De nitratenrichtlijn beperkt het gebruik van stikstof uit dierlijke mest in verontreinigde gebieden.
De EU-landen hadden middelen moeten uittrekken voor gebieden met acute bodemproblemen. Zij hebben echter maar een klein deel van hun EU-middelen voor plattelandsontwikkeling — die worden gebruikt om vrijwillige milieuvriendelijke landbouw te ondersteunen — op deze manier besteed. Hun programma’s voor plattelandsontwikkeling bevatten weinig maatregelen voor mestbeheer, ondanks bekende problemen met stikstofoverschotten.
De Commissie heeft moeite om een overzicht te bieden van de manier waarop EU-landen de vereisten voor mestbeheer toepassen, omdat ze onvolledige gegevens verstrekken. Deze lacunes betekenen ook dat de EU-gemiddelden niet kunnen worden berekend. Bovendien maken afwijkingen de beperkingen op bemesting minder doeltreffend. Zo nam de bodemverontreiniging toe op landbouwbedrijven waarvoor een afwijking is toegestaan. De auditors merken ook op dat inbreukprocedures tegen landen in verband met de nitraatrichtlijn erg lang duren.
Het Commissievoorstel komt dus niets te vroeg – nadat jaren geleden een eerdere poging faalde wegens weerstand uit lidstaten – maar critici lieten reeds verstaan dat er veel meer nodig zal zijn om tot een gezonde bodem te komen. Behalve de monitoringvereisten voorziet het wetgevingsvoorstel eigenlijk niet in afdwingbare normering en verplichtingen voor grondgebruikers en de lidstaten. Het voorstel zal nu door het Europees Parlement en de Raad worden besproken volgens de gewone wetgevingsprocedure. 

Meer op senTRAL:

Bronnen
:

  • Proposal for Directive on Soil Monitoring and Resilience (europa.eu)
  • NEWS-SR-2023-19 | European Court of Auditors (europa.eu)
  • Soil health (europa.eu)