Vraag over het gebruik
Andere vraag

Interesse?

Wenst u meer nieuws, praktische informatie en wetgeving over welzijn op het werk, milieu en arbeidsgeneeskunde?

Verplichte verwarmingsaudit ‘H100’ voor cv-ketels wordt afgeschaft

Nieuws - 06/02/2024
-
Auteur(s): 
Joris De Vroey


De Vlaamse regering schrapt de periodiek verplichte verwarmingsaudit voor cv-installaties. Die audit (ook bekend als de ‘kleine audit of ‘H100’) onderzoekt het productierendement, de veiligheid en de milieuvriendelijkheid van de ketel, en staat los van de periodieke onderhoudsverplichting. Maar de nieuwe energiewetgeving maakt deze verplichting overbodig, want verwarming op fossiele brandstoffen wordt definitief uitgefaseerd.
 

De audit werd in 2007 ingevoerd door het Stooktoestellenbesluit, toen condensatieketels nog geen standaard waren en oudere ketels op aardgas of stookolie nog heel gangbaar waren. De auditplicht was afhankelijk van het vermogen van de installatie en de gebruikte brandstof.

Verzamelbesluit Energie

De afschaffing is een van de maatregelen in het Verzamelbesluit energie X (VZB X) “Wijziging van de regelgeving over energie, emissiehandel (ETS) en de gebouwenpas”, dat in de Vlaamse ministerraad van 19 januari l.l. werd afgeklopt na de adviezen van de VREG, VTC en GBA en na aanmelding bij de Europese Commissie. Dit besluit bundelt een aantal wijzigingen, waaronder de periodiek verplichte audit van centrale verwarmingstoestellen.

In de nota aan de regering stelt de minister dat de audit geen meerwaarde meer heeft t.o.v. de huidig lopende en in ontwikkeling zijnde instrumenten om de verwarmingsbehoefte van woongebouwen klimaatneutraal in te vullen, terwijl de niet-residentiële gebouwen zullen evolueren naar klimaatneutrale verwarmingssystemen. De verplichting was ook al in 2010 uit de Europese regelgeving geschrapt.

Residentieel

Sinds het invoeren van de ‘kleine audit’ heeft de verwarmingssector een grote evolutie doorgemaakt, met een beleid dat fossiele verwarmingsinstallaties uitfaseert. Het sinds 2019 vernieuwde EPC geeft concrete aanbevelingen om woningen energetisch te verbeteren, waaronder de ‘oranje’ aanbeveling om niet-condenserende ketels te vervangen. Bijkomend plant het VEKA de aanbevelingen op het EPC zodanig aan te passen dat nog duidelijker gestuurd wordt naar fossielvrije verwarmingsoplossingen. Momenteel wordt bij een niet-condenserende ketel wel nog steeds een warmtepomp of een condenserende ketel als oplossing naar voren geschoven. Dat is niet langer houdbaar: het EPC moet duidelijk maken dat de toekomst bij de warmtepompen en warmtenetten ligt, en niet meer bij de centrale stooktoestellen op fossiele brandstoffen. Er zal ook bekeken worden om een fossielvrij-indicator in het EPC op te nemen, die snel duidelijk maakt welke maatregelen een woning tegen 2050 nog moet ondergaan om de verwarmingsinstallatie te vervangen door een fossielvrij alternatief. En sinds 2022 mogen stookolieketels niet meer in nieuwbouw en IER (ingrijpende energetische renovatie) geplaatst worden. Vanaf 2025 zijn aardgas-condensatieketels verboden in nieuwbouw en IER. Daarnaast werden de premies voor warmtepompen verhoogd terwijl die voor aardgas-condensatieketels in het kader van de “Mijn Verbouwpremie” zijn afgeschaft.

Niet-residentieel

Ook de omstandigheden rond de ‘H100’ audit zijn grondig veranderd. Sinds 2022 is de renovatieverplichting voor niet-residentiële gebouweenheden van kracht. Alle gebouweenheden die worden overgedragen moeten binnen de vijf jaar voldoen aan deze verplichting. Alle centrale opwekkers voor ruimteverwarming die ouder zijn dan 15 jaar moeten verplicht vervangen worden, tenzij men kan aantonen dat de installatie aan de minimale eisen voor renovatie voldoet.

Daarnaast moeten deze eenheden ook voldoen aan een minimaal energielabel. In 2023 werd het ‘EPC NR’ ingevoerd voor niet-residentiële eenheden. Kleine niet-residentiële gebouweenheden kunnen nog voldoen aan de EPC-plicht via een ‘EPC kNR’, maar grotere eenheden vallen altijd onder het ‘EPC NR’. Tussen 2024 en 2026 wordt een algemene EPC-plicht gefaseerd ingevoerd voor alle grote, niet-residentiële gebouweenheden. Alle grote publieke gebouweenheden en grote gebouweenheden in overheidsgebouwen moeten vanaf 2028 voldoen aan een minimaal energielabel E, en vanaf 2030 geldt deze minimale verplichting voor alle grote niet-residentiële gebouweenheden. Deze minimale labelplicht zal aangescherpt worden tot label A tegen 2050.

Het ‘EPC NR’ is bovendien gebaseerd op metingen van het werkelijke energiegebruik in plaats van een berekend energiegebruik: het aandeel van het koolstofneutrale energiegebruik (hernieuwbaar en restwarmte) t.o.v. het totale energiegebruik bepaalt het label, waarbij een aandeel van 100% gelijk staat aan label A. Het EPC NR en de bijhorende label-plicht zal dus zorgen voor een betere meting en opvolging van de opwekkers in grote niet-residentiële gebouweenheden, en voor een verduurzaming van het werkelijke energiegebruik.

 
Meer in senTRAL:
Bronnen:
  • Beslissingen Vlaamse regering - Verplichte verwarmingsaudit voor cv-installatie die ouder is dan 5 jaar, 19 januari 2024
  • Nota VR 2024 1901 DOC.0071/1BIS aan de Vlaamse regering
  • VR 2024 1901 DOC.0071/2BIS Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van regelgeving over energie, ETS en de gebouwenpas - Rechtsgronden