Er worden nieuwe niet-ingedeelde bemalingen ingevoerd bij indelingsrubriek 53 met o.a. controle op naleving van de voorwaarden van de uitzondering naar tijdsduur van de werken en maximaal opgepompte debieten en er komen nieuwe klasse 3-rubrieken voor proefbemalingen/-pompingen met sectorale voorwaarden waarin onder andere de gegevens omschreven zijn die minimaal verzameld en binnen negentig dagen (via melding of vergunningsaanvraag) aan de overheid moeten bezorgd worden.
De inwerkingtreding is 10 dagen na publicatie in Belgisch Staatblad als er geen aanpassing nodig is aan het loket. Als er wel aanpassingen nodig zijn aan het loket treden de bepalingen inwerking via een ministerieel besluit dat verwacht wordt in april 2025. Dit is o.a. het geval voor de niet-ingedeelde bemalingen en de proefbemalingen/pompingen.Wijziging van VLAREM II, VLAREL en Omgevingsvergunningsbesluit
Dit besluit voert wijzigingen door in:
- Het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 ‘houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne’ (hierna: VLAREM II):
- Het besluit voorziet in een aanvulling van de definities;
- Het besluit heft de afdeling 2.4.3 (houdende de beleidstaken voor bodem en grondwater) op;
- Het besluit wijzigt diverse aspecten aangaande de algemene milieuvoorwaarden met betrekking tot de beheersing van oppervlaktewaterverontreiniging;
- Het besluit wijzigt de regeling inzake de algemene milieuvoorwaarden met betrekking tot de beheersing van bodem- en grondwaterverontreiniging;
- Het besluit wijzigt o.a. de sectorale milieuvoorwaardenkaders voor grondwaterwinningen;
- Het besluit wijzigt het kunstmatig aanvullen van grondwater en boringen;
- Het besluit wijzigt de milieuvoorwaarden inzake de beheersing van oppervlaktewater-, respectievelijk bodem- en grondwaterverontreiniging die gelden voor niet-ingedeelde inrichtingen;
- Het besluit wijzigt de indelingslijst;
- Het besluit wijzigt de hydrogeologische codering van de ondergrond van Vlaanderen;
- Vervangt de kaart met de dieptecriteria voor rubriek 53.8; en
- Het besluit voegt een nieuwe kaart toe met dieptecriteria voor rubriek 53.6.
- Het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 ‘tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake erkenningen met betrekking tot het leefmilieu’ (VLAREL). Het besluit voorziet in een aanvulling en verduidelijking van de disciplines waarin boorbedrijven slechts actief mogen zijn mits zij hiertoe zijn erkend en legt een voorafgaandelijke meldingsplicht op van boorwerken of opvullingen, alsook een tienjaarlijkse controleplicht op vergunningsplichtige grondwaterwinningen, als gebruikseisen voor erkende boorbedrijven;
- Homgevingsvergunningen voor ingedeelde inrichtingen of activiteiten zoals vermeld in de indelingsrubrieken 53.2 (maximaal vijf jaar), 53.5, 53.8 en 53.12 (maximaal twintig jaar).
Invoeren van nieuwe niet-ingedeelde bemalingen bij indelingsrubriek 53 en voorwaarden in art. 6.9.1.4 van VLAREM II
Een bemaling met een netto opgepompt debiet van maximaal 150 m³ per jaar, noodzakelijk om één van de volgende activiteiten uit te voeren:
- Het gebruik of de exploitatie van constructies of terreinen mogelijk maken of houden;
- Onderhoudswerken uitvoeren aan die constructies die op het terrein aanwezig zijn, en voor andere toepassingen dan de toepassingen die ingedeeld zijn in rubriek 53.5, 1° (openbare wegen/vervoer), of 53.5, 2° (mijnverzakkingsgebieden) van de indelingslijst.
Een bemaling die technisch noodzakelijk is voor de volledige verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, of die uitgevoerd wordt in het kader van een archeologisch vooronderzoek met inbegrip van het opnieuw in de ondergrond brengen van bemalingswater, met een opgepompt debiet van minder dan 1.000 m³ per dag en minder dan 10.000 m³ per jaar en een verlaging van het grondwaterpeil tot maximaal vier meter onder het maaiveld gedurende een periode van maximaal veertien dagen na de opstart van de bemaling. Het nuttige gebruik tot 5.000 m³ bemalingswater per jaar is inbegrepen in deze uitzondering.
Het nuttig gebruik van 5.000 m³ bemalingswater is bijgevolg vrijgesteld van de vergunningsplicht. Wanneer meer dan 5.000 m³ bemalingswater nuttig gebruikt wordt, is de rubriek 53.8.2 of 53.8.3 van toepassing. De mogelijkheid wordt voorzien om deze als tijdelijke inrichting of activiteit aan te vragen. Door toevoeging van de letter T kunnen ook kortdurende grondwaterwinningen (maximaal 3 maanden) en niet-bemalingsgerelateerde, doch werfgebonden grondwaterwinningen (vb. voor een tijdelijke betoncentrale, gedurende maximaal een jaar) als tijdelijke inrichting aangevraagd worden.
Aangezien er in de indelingslijst een uitzondering wordt ingevoerd voor kortlopende bemalingen in het kader van bijvoorbeeld het plaatsen van ondergrondse prefabconstructies en beperkte herstellingen aan ondergrondse leidingen en rioleringen, wordt het artikel 6.9.1.4 opnieuw ingevoegd:
- Een bemalingspomp mag alleen geplaatst worden door een boorbedrijf;
- Registratie en rapportering door erkend boorbedrijf op een webapplicatie van de Databank Ondergrond Vlaanderen van tellerstand van elke debietmeter bij plaatsing en ontmanteling bemalingspomp;
- De bemalingscascade toepassen;
- Vereiste verlaging niet langer aanhouden dan nodig;
- Voor een bemaling in functie van een project: nooit langer dan 14 dagen actief. De exploitant treft de nodige maatregelen om de bemaling na 14 kalenderdagen te kunnen stopzetten, ook al zijn de ondergrondse werken nog niet voltooid. Dit kan een opvulling van de uitgraving inhouden, het verzwaren van de aanwezige constructies tegen opdrijven en dergelijke meer.
Proefbemaling (< 1 maand nieuwe klasse 3 rubriek 53.1.1°) en proefpompingen < 3 maanden (put- en pompproeven, bijlage 5.53.1 van VLAREM II, nieuwe klasse 3 rubriek 53.1.2° voorwaarden in nieuwe onderafdeling 5.53.6.5)
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen enerzijds proefbemalingen en anderzijds proefpompingen voor andere grondwaterwinningen dan bemalingen.
Proefbemalingen (van één maand) dienen om de geohydrologische karakteristieken van de ondergrond te bepalen (bv. K-waarde), waarna deze gegevens in de bemalingsstudie gebruikt kunnen worden (verwachte debieten, zettingsproeven, analyse op grondwater). Het is mogelijk – zeker voor onderzoek naar zettingen – dat de hele bemaling al wordt geplaatst. Het is evenwel verboden om al enige uitgraving onder de natuurlijke grondwatertafel voor het project in deze proeffase te doen. Het is deze bemalingsstudie die uiteindelijk bij de melding of aanvraag voor de eigenlijke bemaling voor het bouwproject gevoegd moet worden. In die zin is het niet aangewezen om tegelijkertijd de rubrieken rubriek 53.1 en rubriek 53.2 aan te vragen aangezien de resultaten van de proefbemaling net dienen te worden gebruikt als staving voor de volumes, verlaging en tijdsduur van de effectieve bemaling. Door het toevoegen van de zinsnede “met inbegrip van het terug in de ondergrond brengen van grondwater in dezelfde watervoerende laag en het nuttig gebruik tot maximaal 5.000 m3 grondwater” worden ook retourproeven gevat in de rubriek 53.1 en wordt het nuttig gebruik van het grondwater dat niet terug in de ondergrond kan worden gebracht, gefaciliteerd.
Een pompproef is “tijdelijke onttrekking uit een of meer putten, al dan niet gecombineerd met terugbrenging in de ondergrond, waarbij metingen van debiet, peil, kwaliteit of zettingen worden uitgevoerd om de geohydrologische karakteristieken van de ondergrond te bepalen”.
Een putproef is een “tijdelijke onttrekking uit een individuele grondwaterwinning om de maximale capaciteit van een winningsput en het specifieke debiet te bepalen”.
Een nieuwe onderafdeling 5.53.6.5 van VLAREM II wordt ingevoegd voor proefpompingen en proefbemalingen. De voorwaarden omschrijven dat debiet, grondwaterpeil, doorlatendheid aangepompte laag minimaal verzameld en binnen negentig dagen (via melding of vergunningsaanvraag) aan de VMM bevoegd voor grondwateradvisering overgemaakt moeten worden. De voorwaarden van de bemalingscascade worden hernomen.